Abdomen
Buik
Abdominaal
Met betrekking tot de buik.
Allergeen
Een stof die in staat is een allergische reactie op te roepen.
Allergische reactie
Een abnormaal heftige reactie van het immuunsysteem op een bepaald eiwit (bv in voeding) en de klachten die door deze reactie ontstaan.
Allergoloog
Een arts die gespecialiseerd is in de behandeling van allergieën.
Aminozuur
De kleinste bouwsteen van eiwitten.
Aminozuurvoeding
(Zuigelingen)voeding op basis van vrije aminozuren, geschikt voor de dieetbehandeling van kinderen met koemelkallergie of meervoudige voedselallergie.
Anafylaxie
Acute allergische reactie waarbij meerdere organen betrokken zijn. In ernstige gevallen kan anafylaxie leiden tot shock, een mogelijk levensbedreigende situatie voor de patiënt.
Antilichamen
Ook immunoglobuline genoemd. Eiwitten, geproduceerd door het lichaam, en betrokken bij het afweersysteem. De rol van antilichamen is het herkennen en neutraliseren van lichaamsvreemde eiwitten zoals bacteriën en virussen.
Astma
Chronische ziekte van de luchtwegen. Astma heeft als kenmerk aanvalsgewijs optredende benauwdheid door kramp van de spieren en zwelling van het slijmvlies van de luchtwegen vaak gepaard gaande met hoesten en het opgeven van slijm.
Atopie
Genetische aanleg om allergische ziekten te ontwikkelen zoals koemelk/voedselallergie, hooikoorts, astma, atopisch eczeem, etc.
Caseïne
Belangrijkste eiwit in koemelk. Caseïne heeft veel toepassingen en is bijvoorbeeld het belangrijkste onderdeel van kaas.
Constipatie
Moeizame stoelgang.
Denaturatie
Een verandering van de structuur van eiwitten, door hitte, alcohol, zuur, basis, reinigingsmiddel, chemicaliën. Hierdoor verandert de functie van het eiwit.
Dermatitis
Ontsteking van de huid, ontstaan door een allergische reactie of door direct contact met een prikkelende stoffen. Typische symptomen zijn roodheid, jeuk, en soms vorming van blaasjes.
Diagnose
Vaststellen van ziekte.
Diarree
Dunne waterige ontlasting.
Dieet
Voedingsvoorschrift.
Diëtist
Deskundige op het gebied van voeding.
Digestie
Mechanisch en chemisch afbreken van voeding tot kleine deeltjes, die makkelijk door het lichaam kunnen worden opgenomen.
Eczeem
Eczeem is een ontsteking van de huid met een of meer van de volgende symptomen: rode vlekjes, zwelling, jeuk en droogte, korstvorming, schilferen, vorming van blaasjes of korstjes en verdikking van de huid.
Eiwithydrolysaat
In deze voeding is het eiwit door enzymen afgebroken tot kleine stukjes.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen partieel en intensief eiwithydrolysaat; het gaat hierbij om de grootte van de eiwitstukjes. Alleen een intensief eiwithydrolysaat is geschikt voor de dieetbehandeling van koemelkallergie.
Sommige kinderen met koemelkallergie houden, ook op een intensief eiwithydrolysaat, klachten. Voor deze kinderen wordt een aminozuurvoeding geadviseerd.
Eosinophilic oesophagitis (EoE)
Allergische aandoening van de slokdarm, waarbij een groot aantal eosinifielen = een soort witte bloedlichaampjes- de slokdarm binnendringt. De klachten treden meestal voor het eerst op bij jonge kinderen, maar kunnen ook voorkomen bij peuters.
Fyto-oestrogenen
Natuurlijk component in planten die op een zelfde manier werken als vrouwelijke hormonen.
Galbulten
Ook netelroos of urticaria genoemd. Deze Huiduitslag die herkenbaar is aan lichtrode, jeukende huidbultjes en onregelmatige huid. Het centrum van de bultjes is vaak bleek, met een rode huid erom heen.
Gastro-enteroloog
Arts gespecialiseerd in ziektes van het verteringssysteem.
Gastrointestinaal
Met betrekking tot het maag-darmkanaal.
Gastro-Oesofagale Refluxziekte (GORZ)
Schade aan de slokdarm door maagzuur. Overmatige reflux (spugen) kan leiden tot symptomen zoals groeivertraging, slaap- en voedingsproblemen, ademhalingsproblemen, diarree.
Hooikoorts
Een allergische reactie van de slijmvliezen van neus en ogen op stuifmeel (pollen) van grassen, bomen of struiken.
Hormonen
Stoffen die door klieren of weefsels in ons lichaam worden afgegeven aan het bloed en aan doelcellen of -organen worden afgegeven. Hormonen kunnen de werking van een orgaan blokkeren of stimuleren. Hormonen zijn onder andere verantwoordelijk voor de regulatie van de groei, rijping en productie van lichaamscellen en -weefsels.
Huidpriktest
Allergische test waarbij kleine druppels van het allergeen op de huid wordt aan gebracht. De test is positief als er rode kringen ontstaan, vlak na het opbrengen van het allergeen. Met de huidpriktest wordt de antistof IgE gemeten. Bij zuigelingen is de huidpriktest niet betrouwbaar.
Hypersensitief
Hoge gevoeligheid voor bepaalde prikkels, met name voor bepaalde allergenen.
Hypoallergeen
Deze term wordt gebruikt om aan te geven dat een product (meestal voedsel of cosmetica) minder allergenen bevat en dus de minder kans geeft op een allergische reactie. In Nederland wordt de term hypoallergeen ook gebruikt voor voedingen die de kans het ontwikkelen van koemelkallergie vermindert; deze voedingen zijn niet geschikt voor de dieetbehandeling van kinderen die een koemelkallergie hebben.
IgE
Immunoglobuline E (IgE) zijn eiwitten die betrokken zijn bij de reacties van het afweersysteem, en met name bij de reacties tegen allergenen. Een hoog IgE gehalte in het bloed geeft meestal een allergie aan. Zuigelingen kunnen ook bij lage IgE gehaltes een allergische reactie hebben.
Immunoglobuline
Ook antilichamen of antistoffen genoemd. Eiwitten, geproduceerd door het lichaam, en betrokken bij het afweersysteem. De rol van antilichamen is het herkennen en neutraliseren van lichaamsvreemde eiwitten zoals bacteriën en virussen.
Immuunrespons
De reactie van het afweersysteem op een antigen. Speciale witte bloedcellen herkennen een lichaamsvreemd eiwit en zetten aan tot de productie van antistoffen.
Immuunsysteem
Afweersysteem.
Imuun/Immuniteit
Situatie waarin je beschermd bent tegen infecties, door eerder contact met het betreffende antigen of door vaccinatie.
Ingestie
Het opnemen/consumeren via de mond, zoals voeding, drinken, medicijnen. Meestal geeft het de eerste stap in het verteringsproces aan.
Intensief gehydrolyseerde voeding
Voeding voor de dieetbehandeling van koemelkallergie, waarbij het eiwit in kleine stukjes is geknipt.
Klinisch
Behandeling en/of onderzoek van een patiënt.
Klinisch onderzoek
Een formeel onderzoeksprotocol waarbij patiënten betrokken zijn. Dit soort onderzoek wordt uitgevoerd om informatie over veiligheid en effectiviteit te verzamelen.
Koemelkallergie
Ongewenste reactie op eiwitten van koemelk, door een abnormale reactie van het immuunsysteem van het lichaam.
Koliek
Situatie waarbij een gezonde baby regelmatig huilt/schreeuwt voor een langere periode, zonder een duidelijke reden. Deze situatie begint normaal 2 weken na geboorte en verdwijnt meestal na 3-4 maanden.
Koolhydraten
Belangrijk element van levende cellen en een belangrijke energie bron voor processen in het lichaam.
Lactose
Een suiker die voorkomt in de melk van alle zoogdieren en wordt ook wel melksuiker genoemd.
Lactose-intolerantie
Klachten die ontstaan door het niet optimaal verteren van lactose, doordat een tekort aan het enzym lactase. Het gaat hier om klachten van de darmen, zoals: buikpijn, darmkrampen, diarree, winderigheid, en opgezette buik.
Macronutriënten
De belangrijkste componenten in voeding. Er zijn er 3: koolhydraten, vetten en eiwitten.
Malabsorptie
Situatie waarbij het lichaam niet in staat is om alle voedingsstoffen op te nemen. Het kan gaan om 1 specifieke of meerdere voedingsstoffen. Dit kan leiden tot ondervoeding.
Manifestatie
De klachten die zichtbaar zijn als gevolg van een ziekte.
Meervoudige voedselallergie
Allergie voor verschillende veelvoorkomende voedingseiwitten, zoals koemelk, kippenei, pinda of soja. Meer dan de helft van de kinderen met een voedselallergie, zijn allergisch voor meerdere voedingsproducten.
Micronutriënten
Voedingsstoffen waarvan minder dan een gram per persoon per dag via voedsel wordt opgenomen.
Mucosa
Slijmvlies. Een slijmerige laag op die gedeelte van het lichaam die in contact komen met de lucht, zoals de longen en het, het maag-darmkanaal.
Netelroos
Ook urticaria of galbulten genoemd. Deze Huiduitslag die herkenbaar is aan lichtrode, jeukende huidbultjes en onregelmatige huid. Het centrum van de bultjes is vaak bleek, met een rode huid erom heen.
Nutriënt
Component in onze voeding dat kan worden verteerd en opgenomen in het lichaam. Voedingsstoffen zijn: Koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen, vitamines, water.
Oesofagus
Slokdarm. Het gedeelte tussen de mond en de maag.
Phyto-oestrogenen
Natuurlijk component in planten die op een zelfde manier werken als vrouwelijke hormonen.
Proteïne
Eiwit. E‚n van de 3 grootste voedingsstoffen (macronutriënten). Eiwit zit in grote hoeveelheden in vlees, vis, ei, melk(producten). Eiwitten bestaan uit 1 of meer keten van aminozuren.
Pulmoloog
Arts die gespecialiseerd is in het ademhalingssysteem.
RAST/radio-allergeen-sorbentie test
In vitro test om de concentratie van specifieke antistoffen (IgE) te meten in het bloed; hoe hoger de concentratie, hoe groter de kans op de aanwezigheid van een allergie. Bij zuigelingen is de RAST niet betrouwbaar; ook bij een negatieve RAST test, kan een baby een allergie hebben.
Reflux
Ongewenst terugvloeien van maaginhoud naar de slokdarm. Reflux komt veel voor bij zuigelingen en is meestal onschuldig.
Regurgitatie
Het terugvloeien van maaginhoud naar de slokdarm. Ook gastro-oesophagale reflux genoemd.
Respiratoir
Met betrekking tot de ademhaling.
Short bowel syndroom
Malabsorptie door chirurgische verwijdering van de dunne darmen of doordat een groot deel van de darm niet werkt.
T-cellen
Cellen van het afweersysteem. Ook lymfocyten genoemd. T-cellen spelen een centrale rol in het afweersysteem, bij de herkenning van specifieke antistoffen en kunnen andere immuuncellen stimuleren of remmen.
Urticaria
Ook netelroos of galbulten genoemd. Deze Huiduitslag die herkenbaar is aan lichtrode, jeukende huidbultjes en onregelmatige huid. Het centrum van de bultjes is vaak bleek, met een rode huid erom heen.
Valideren
Controleren van een methode of waarde.
Verteren
Mechanisch en chemisch afbreken van voeding tot kleine deeltjes, die makkelijk door het lichaam kunnen worden opgenomen.
Vitamine
Een vitamine is een micronutriënt in voeding die het lichaam niet of niet voldoende zelf kan maken. Een gebrek aan vitamines kan verschillende ziekten veroorzaken.
Voedingsstof
Component in onze voeding dat kan worden verteerd en opgenomen in het lichaam. Voedingsstoffen zijn: Koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen, vitamines, water.
Voedselallergie
Een allergische reactie op eiwitten in voeding, door een abnormale reactie van het immuunsysteem van het lichaam.
Voedselaversie
Intolerantie en vermijden van voedsel vanwege psychische redenen.
Voedselintolerantie
Een negatieve reactie op voeding, waarbij het immuunsysteem niet betrokken is.
Voedselprovocatie
Test gebruikt voor de diagnose van voedselallergie. De voedsel provocatie volgt op een periode waarbij het verdachte voedingsmiddel uit de voeding wordt gelaten en gekeken wordt of de klachten verminderen. Tijdens de voedselprovocatie wordt het verdachte voedingsmiddel weer gegeven en gekeken of de klachten terugkeren.